zondag 29 juni 2008

Where are you from?

Ik zat daarnet moederziel alleen op het pendelbusjes dat me van de luchthaventerminal naar de desk van het autoverhuurbedrijf bracht. Normaal heb ik niet de gewoonte om luidkeels te telefoneren in het openbaar, maar nu zag ik m’n kans schoon om snel nog wat mensen te bellen voor enkele prangende vragen. Met de mobiele telefoon tussen schouder en kaak geklemd en in de andere hand notaboekje en balpen, je kent dat wel. Mijn taaltje moet heel erg exotisch geklonken hebben in de oren van de chauffeur van het busje. Een boomlange spierenbundel in korte broek en een petje op het hoofd. Zodra ik had neergelegd, keek hij in z’n achteruitkijkspiegel mijn richting uit en kwam de onvermijdelijke en universele openingsvraag: “Where are you from?”

Nu kan je twee dingen doen op zo’n moment. Ofwel blijf je in je Europese rol en geef je een kort en zacht mompelend antwoord. Het liefst van al terwijl je wegkijkt en de indruk geeft dat je net iets levensbelangrijk aan het doen bent, desnoods de scharnieren van de deuren nakijken op metaalmoeheid. Ofwel duik je vol overgave in het Amerikaanse bad en wissel je in minder dan een minuut vaak hoogst persoonlijke informatie uit. Uit ervaring weet ik dat de tweede optie je het verst brengt in dit land.

“I’m from Belgium. In Miami voor zaken later deze week in het Convention Center. Is het een domme vraag om te vragen waar jij vandaan komt?”
“O nee hoor,” lachtte mijn chauffeur z’n tanden bloot, “je kijkt naar een originele inwoner van Miami. Wel, eigenlijk ben ik hier een tijdje weg geweest door twee huwelijken, maar nu ben ik weer helemaal terug.”
Hoogst persoonlijke informatie, ik zeg het je. Ik kan aardig wat weblogs vullen met persoonlijke verhalen die me ooit toevertrouwd werden. Tijdens de overige 3 kilometer kletsten we over het weer, de stad Miami, mijn mobiele telefoon en de lage dollar. En geheel in Amerikaanse traditie namen we als goede vrienden uitgebreid afscheid om elkaar nooit meer terug te zien.

Geen opmerkingen: